Vroeger was alles beter. Behalve de graphics van games. En naarmate vroeger steeds dichterbij het heden kwam, hebben de technologische wonderbreinen van de ICT-wereld zichzelf telkens weer ingespannen om computers steeds krachtiger te maken, waardoor game-ontwikkelaars steeds grotere en complexere werelden kunnen bouwen en de programmeurs steeds mooiere plaatjes op het scherm kunnen toveren. Sommige gamestudio’s gingen zich steeds meer op verhaal en graphics focussen, waardoor spellen er steeds filmischer uit kwamen te zien. Dat games steeds meer op films gingen lijken, betekent niet dat games zich steeds meer als films moeten gaan gedragen. Bij Nintendo waren deze elementen echter altijd bijzaak, zo blijkt uit de producten die het bedrijf in de loop der jaren heeft opgeleverd. Bij Nintendo staat maar één ding centraal: de gameplay.
De gamesindustrie produceert games, gigantische stukken software waar tientallen, honderden of soms zelfs duizenden mensen aan werken. Een AAA game is een investering die loopt in de vele tientallen miljoenen en het totaalbudget betreft vaak zelfs meer dan honderd miljoen euro als de marketingkosten erbij worden opgeteld. Om het risico van een project als dit te verkleinen, proberen studio’s een zo groot mogelijke doelgroep te bereiken en brengen ze vervolgdelen uit op spellen die in het verleden succesvol waren. Zo verkoopt een nieuwe Assassin’s Creed of Call of Duty elk jaar weer miljoenen exemplaren, terwijl het risico op een flop als Battleborn of Lawbreakers kan worden vermeden. Spelers proberen via games de werkelijkheid even te ontwijken en een alternatieve wereld waarin zij de held zijn is de ideale afleiding. Mensen houden van verhalen.
Log in of maak een account aan om een reactie te plaatsen!