Ik game, jij gamet, wij gamen. Wij hebben gegamed. Een prachtig werkwoord, niet waar? Allen die dit stukje hier lezen zullen het vast met mij eens zijn, ook al gaat het ze wellicht alleen om de betekenis. Gamen is namelijk iets wat wij hier allemaal graag doen en dat brengt ons dan ook tezamen. Toch zijn er een hoop mensen die ons misschien verafschuwen, omdat wij deze – in onze ogen – onschuldige hobby dagelijks uitvoeren. Schandalig.
Schandalig inderdaad. Want beste jongens en meisjes: gamen is gezond. Waar de meeste denken aan de cliché beelden van een jongen met bril wiens gezicht onder hobbelig gespuis zit, wordt bij anderen (lees: bepaalde non-gamers) de algemene definitie alsmaar bijgeschaafd. Het is niet meer de betweterige nerd zonder sociaal leven die de hele dag achter zijn pc zit, maar de casual doch intelligente jongeman of jongedame die overdag de blits is en ‘s avonds een uurtje of twee een lekker spelletje speelt achter zijn/haar console of PC. En terecht dat er mensen zijn die dit beeld hebben. Onderzoek naar het fenomeen dat gamen gezond zou zijn, duidt namelijk keer op keer aan dat er meer voordelen aan zitten dan nadelen. Je moet dan natuurlijk wel altijd in je achterhoofd hebben dat je moet gamen met mate. Immers; 1 glas wijn per dag is gezond, maar dat geldt niet voor 10 glazen.
Maar op welke manier kan gamen dan gezond zijn? De belangrijkste gevolgen van het gamen die wij kennen, zijn vaak negatief. Denk hierbij aan het verpesten van je ogen door de hele tijd naar een tv of beeldscherm te kijken of aan de lek van communicatie tijdens het spelen. In tegenstelling tot deze zaken zitten er ook voordelen aan en je leest of hoort dit de laatste tijd steeds vaker. Zo stond het laatst in het NRC Handelsblad. Hierin werd onder andere het volgende gemeld:
“Gamers bezitten andere vaardigheden en een andere levenshouding: de gamers willen winnen, vinden competitie de gewoonste zaak van de wereld en beloning naar prestatie prima. De kosten van falen zien ze als nihil: je kunt immers gewoon opnieuw beginnen.”
Dit werd later nog eens bevestigd in een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam:
“Vooral competitie, uitdaging en afleiding noemen (jonge)mannen als de aantrekkelijke elementen uit het videospel. Spelen kan leiden tot positieve emoties als plezier en trots, maar ook tot negatieve ervaringen zoals angst, afgrijzen en woede. Toch zijn negatieve gevoelens geen reden om te stoppen. Mede hierdoor kan gamen worden beschouwd als een gezonde uitlaatklep.”
En dat niet alleen. Het NRC ging verder:
“Er is vaak een onbegrip tussen gamers en niet-gamers. Onderzoekers verklaren dit door het feit dat gamers meer risico’s nemen en anders leren. Van de invloed van gaming op cognitieve vaardigheden – hoe verwerken gamers informatie – is een aantal aspecten bekend. (..) Door het spelen van games neemt het ruimtelijk inzicht toe, net als het vermogen om te gaan met beelden. Gaming maakt dat het verwerken van verschillende beelden tegelijk (ook wel divided visual attention genoemd) verbetert. Daarnaast groeit het inzicht in driedimensionale representaties van de werkelijkheid en verbetert het visuele geheugen.”
Daarnaast zijn, volgens onderzoekers van het Pedagogisch Instituut van de Universiteit van Londen, games goed voor de sociale en culturele ontwikkeling van kinderen en stimuleren ze hun creativiteit. Verder toonden onderzoekers aan de universiteit van Nottingham aan dat gamen goed is als behandeling tegen een lui oog. Klinkt erg paradoxaal, maar het schijnt echt zo te zijn. Ook nog leuk om te weten: vrouwelijke gamers hebben meer sex dan vrouwen die niet gamen. Dit blijkt uit een enquête die het onderzoeksbureau Breeze heeft gehouden. Vrouwen die nooit een computerspel spelen, bedrijven de liefde gemiddeld 3.2 keer per week, terwijl degene die wel (af en toe) gamen gemiddeld 4.3 maal per week het bed induiken. De reden hiervoor is totaal onduidelijk, maar het is wel een opvallend feitje.
Naast deze psychologische aspecten en een enkel lichamelijk voordeel ziet de toekomst er ook fysisch erg positief uit. Zo hebben we uiteraard de Nintendo Wii die je daadwerkelijk laat tennissen, vechten, bowlen, golven, honkballen, sturen etc. Dan zijn er natuurlijk ook nog de DDR games die je de nodige danspasjes laten zetten en de non-games zoals het Yoga spel op je DS die je mogelijk in staat stelt je been in je nek te leggen.
Dit ‘gezonde’ gamen gaat zelfs nóg verder. Zo wordt het fitnessen hedendaags vaak gekoppeld aan een console of PC, wat het aangenamer moet maken. Het ‘saaie’ gefiets wordt ineens vertaald naar een fietsend personage op het beeldscherm waarna je een parcours aflegt met de nodige obstakels. Zie het onderstaande filmpje om te zien hoe dit precies in zijn werk gaat:
Het moge dus duidelijk zijn dat er een hoop psychische voordelen aan gamen zitten en dat de toekomst ook een hoop lichamelijke voordelen biedt. Het wordt een steeds groter fenomeen in het gameswereldje; iets wat een hoop mensen niet zouden denken. Dagelijks een uurtje computerspelletjes spelen is dus goed voor je en zelfs aan te raden. Voelen we ons allen nu niet gezegen met onze hobby? Ik in ieder geval wel.
Log in of maak een account aan om een reactie te plaatsen!