Verhalen schrijven voor een games is een immens complex proces. Als maker heb je de wens om een speler mee te nemen in een specifieke belevingswereld of een aangrijpend narratief. Maar de balans tussen de wensen van een maker en een speler zijn niet altijd zo makkelijk te verenigen. Laat staan als je te maken hebt met specifieke ports, waarbij de bedachte handelingen vaak moeilijk tot hun recht komen. When the Past Was Around wordt grotendeels gedragen door de kracht van het verhaal en de visuele stijl. Het is daarom teleurstellend dat de Switch-versie eigenlijk de magie achter het spel tekort doet.
Een stijl als geen ander
In When the Past Was Around speel je als Adé, een vrouw die om onbekende redenen terug reist in haar geheugen naar herinneringen aan hoe ze haar vriend Owl ontmoette. Je volgt hoe ze elkaar leerden kennen, samen op stap gingen en wat er precies gebeurde in de loop van hun relatie. Het is een kort maar mooi verhaal over liefde, muziek en verwerking, waar ik verder niet te diep op wil ingaan. Hoewel het narratief mij niet echt omver blies van verrassing, ging ik toch op in de wereld van Adé en Owl. Met name door de kracht van de visuele stijl van de game. De beste vergelijking die ik kan trekken is als een Studio Ghibli-tekenstijl, maar dan uitgevoerd door Europese stripmakers. Je scrolt tijdens de game langs prachtige tekeningen met zachte kleuren en lichte animaties die de omgeving en wereld echt verkopen. De muziek is ook absoluut een hoogtepunt, met een heel mooi leidmotief dat continu terugkeert tijdens het spel in verschillende vormen.
Log in of maak een account aan om een reactie te plaatsen!